Volwassenen met een matig verstandelijke beperking  

Afkorting: MVB – IQ 35>50 

Omschrijving: MVB’ers hebben moeite de wereld te begrijpen. Zij hebben mensen nodig in hun omgeving, om gedachten en gevoelens een plekje te geven en zich veilig te voelen. Ze hebben ruimte nodig zichzelf te kunnen zijn. Dat doen we vanuit presentiebenadering en/of door middel van gentle teaching methodiek. De ontwikkelingsleeftijd van mensen met een MVB ligt tussen 2 en 6 jaar. Vaak zijn er naast het moeilijk begrijpen van de omgeving, ook lichamelijke of medische klachten. Het is niet altijd gemakkelijk om de signalen van deze cliënten te herkennen of te begrijpen wat er in het hoofd om gaat. Matige tot ernstige verstandelijke beperkingen zijn vaak, in tegenstelling tot een licht verstandelijke beperking, meer en beter zichtbaar. 

Volwassenen met een lichtverstandelijke beperking 

Afkorting: LVB -IQ 50>70 

Omschrijving: Mensen die Licht Verstandelijk Beperkt (LVB) zijn, hebben de behoefte een leven te leiden zoals iedereen: een eigen huis, een baan, zelf keuzes maken. Toch hebben de meesten daar waar knelpunten zijn enige ondersteuning nodig van iemand die ze vertrouwen. Ze zijn er vaak van overtuigd dat ze het zelf heel goed kunnen, wat begeleiding soms uitdagend maakt. In sommige gevallen is er ook sprake van bijkomende problematiek, dit wordt ook wel LVB+ genoemd. Juist de combinatie van beperkingen en problemen leidt bij deze doelgroep vaak tot (ernstige) gedragsproblemen. Een LVB’er heeft weinig inzicht in de eigen problematiek. Aansluiten op de belevingswereld van de client is daarbij van belang en ook te weten geaccepteerd te zijn. Presentiebenadering is een mooie manier om aansluiting te vinden. Ook is bemoeizorg een manier om in contact te komen.  

Volwassenen met een niet-aangeboren hersenletsel 

Afkorting: NAH  

Omschrijving: Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is een beschadiging van de hersenen die na de geboorte is ontstaan. Alle mensen die hiermee te maken hebben kennen een leven voor en een leven na de hersenbeschadiging. Die twee verschillen vaak enorm. Mensen met niet-aangeboren hersenletsel kunnen problemen hebben op veel gebieden. Dat kan zowel fysiek schade en/of ook psychisch schade hebben veroorzaakt.  Te denken aan verminderd zicht of gehoor, moeilijker kunnen bewegen, minder kunnen doen of onthouden, verandering in gedrag, verandering van persoonlijkheid, moeilijk om kunnen gaan met emoties, verandering van emoties of geen emoties meer ervaren. De gevolgen verschillen van persoon tot persoon. Dat heeft deels te maken met de plaats van de beschadiging in de hersenen, de ernst van de beschadigingen en de leeftijd waarop de persoon de beschadiging heeft opgelopen. Ook de persoonlijkheid vóór het hersenletsel en de omgeving waarin iemand functioneert kunnen een rol spelen. Het leven na de hersenbeschadiging wordt nooit meer zoals ervoor. Het levenspatroon, de relaties, het werk, de hobby’s en de verwachtingen voor de toekomst die mensen vóór het hersenletsel hebben, kunnen in één klap in duigen vallen of in een ander licht komen te staan. Ondersteuning kan nodig zijn en is het is daarbij belangrijk om te zoeken naar hoe de ondersteuning kan worden vormgegeven. Door het gesprek aan te gaan en te zoeken naar mogelijkheden, te erkennen en te leren te waarderen wat is geweest en wat nog altijd is.